Vanochtend fietste ik langs de Camping, je weet wel, dat leuke koffietentje in het oude brugwachtershuisje langs de Bossche Zuid-Willemsvaart. Daar trof ik Imke met een campingbaas-in-spé in het heerlijke najaarszonnetje. Of ik koffie wilde. Ja, dat wilde ik wel. We raakten aan de praat over het brugwachtershuisje en over de bouwrituelen waar Imke zich mee bezighoudt. Ze zei: “ik heb een zelfverzonnen beroep, daar kun je niet voor studeren”, waarop ik zei: “nou, eigenlijk toch wel!”

Oja? Hoe dan. Nu wil het geval dat ik antropoloog ben. En antropologen houden zich bezig met cultuur, en ook met rituelen. Het is heel belangrijk om rituelen uit te voeren en dingen in het leven te vieren. We zijn dat een beetje verleerd en dat is eigenlijk zonde. Want rituelen vieren markeert gebeurtenissen in het leven en geeft die gebeurtenissen een plek in het leven van mensen, en van hun omgeving. Dat schept duidelijkheid en gemeenschapszin. En dat is best welkom in deze hypergeïndividualiseerde samenleving.

Een belangrijk soort ritueel, dat in veel samenlevingen gevierd wordt is het zogenoemde overgangsritueel, of rite-de-passage. Dit markeert de overgang van een oude naar een nieuwe status. We kennen enkele overblijfselen daarvan nog wel: het vrijgezellenfeest, de doop, de ontgroening van studenten. Iemand staat op het punt van status te veranderen, bijvoorbeeld als een jongeman gaat trouwen. Eerst wordt dan afscheid genomen van de oude status, van de jeugd. Het is goed om dat te markeren, of te vieren, want dan is het duidelijk: voor de jongeman en voor zijn omgeving. Het afscheid nemen doet soms best een beetje verdriet. Want dat is wat hij kende, en zijn omgeving ook. Dat maakt nu plaats voor het onbekende. Deze afscheidings-, of separatiefase wordt in onze samenleving gevierd met het vrijgezellenfeest. De vrijgezel komt in een afzonderingsfase, een soort tussentijd, waarin dingen geoorloofd zijn die in de oude fase (nog) niet mochten en in de nieuwe niet meer. De jongeman is in between, of in de tussentijd.

En dat is waar we nu zijn, in de tussentijd. Het brugwachtershuisje is geen brugwachtershuisje meer. Er huist geen brugwachter die dag in dag uit de brug opent om boten door te laten en die vriendelijk groet naar de passanten op de brug. We hebben het afscheid van het brugwachtershuisje goed gemarkeerd en gevierd, door uitgebreid stil te staan bij de brugwachters en hun werk. De brugwachters zijn er niet meer. Maar het huisje staat er nog wel.

In afwachting van een nieuwe bestemming is het huisje daar, in de tussentijd. Het mooie van de tussentijd, of de ‘liminale fase’ in jargon, is dat het een tijd is van bezinning. Van terugkijken op wat geweest is en op hoopvol kijken naar wat er komen gaat. Omdat de oude status is afgelegd en we ontdaan zijn van alle uiterlijke manifestatie van onze oude rol en de nieuwe nog niet van toepassing is, heerst er een soort van solidariteit. We zitten er allemaal in hetzelfde schuitje. Dat is ook het moment waar de verandering plaatsvindt. Daarom is het zo belangrijk daar ook de tijd voor te nemen. Om ruimte te nemen om in die tussenfase te bezinnen, zodat de verandering ook gevoeld kan worden en beklijft.

Nu snap je misschien ook waarom dat brugwachtershuisje zo’n fijne plek is. Want je hoeft er even niks, je mag je oude zelf even loslaten en mijmeren over wat komen gaat. De rust -en vooral de geoorloofde rust- is zo welkom in deze samenleving. Zo kunnen we ons bezinnen en even pas op de plaats maken zodat we daarna weer vol verbinding de nieuwe weg in kunnen slaan. Ik hoop dat het brugwachtershuisje nog even in deze heerlijk liminale fase mag blijven hangen, in de tussentijd…

www.bosschebrugwachtershuisjes.nl www.campingkoffietent.nl foto Peer Reede